Mijn favorieten

Huuropzegging te vroeg

Te vroeg het einde van de huurovereenkomst aangezegd

Verhuurder heeft een woning verhuurd voor de bepaalde tijd van één jaar. Verhuurder zegt het einde van de huurovereenkomst twee dagen te vroeg aan. Huurder stelt zich op het standpunt dat er nu sprake is van een huurovereenkomst van onbepaalde tijd. Krijgt huurder gelijk?
 
Wat was er aan de hand? Verhuurder en huurder zijn een huurovereenkomst aangegaan voor de duur van één jaar, ingaande op 1 januari 2017 en lopende tot en met 1 januari 2018.
 
Op 29 september 2017 heeft verhuurder de huurovereenkomst per brief opgezegd en te kennen gegeven dat verhuurder de huurovereenkomst per 1 januari 2018 wenst te beëindigen. In die brief staat:
 
Hierbij beëindig ik de huurovereenkomst voor bepaalde tijd zoals door ons is ondertekend.
De huurovereenkomst is aangegaan voor de periode van 1 januari 2017 tot en met 1 januari 2018 en ik zeg hierbij de huurovereenkomst per 1 januari 2018 op.

De reden van opzegging per 1 januari 2018 is op basis van het feit dat u zich als huurder niet gedraagt als een goed huurder. Door mishandeling op 1 augustus 2017 is de relatie zodanig verstoord en is er sprake van overlast.

Ik vraag u hierbij om binnen 6 weken schriftelijk te laten weten of u en eventuele medehuurder akkoord gaat met de huuropzegging.
 
Huurder stemt niet in met de opzegging en verhuurder spant een kort geding aan om de ontruiming te vorderen.
 



Kort geding

Volgens de rechter staat vast dat de huurovereenkomst is aangegaan voor de duur van 12 maanden. Volgens de rechter valt de huurovereenkomst daarmee onder het ‘nieuwe’ huurregime van twee jaar of korter, het regime dat per 1 juli 2016 is ingevoerd onder de naam Wet doorstroming huurmarkt 2015.
 
Bij dit nieuwe huurregime hoeft verhuurder niet op te zeggen maar moet hij het einde van de huurovereenkomst aanzeggen. Het aanzeggen vindt plaats niet eerder dan drie maanden maar uiterlijk één maand voordat de bepaalde tijd is verstreken. Indien de verhuurder deze verplichting niet nakomt, wordt de huurovereenkomst na het verstrijken van de bepaalde tijd, voor onbepaalde tijd verlengd.
 
Verhuurder heeft op 29 september 2017 de huurovereenkomst opgezegd. Volgens de rechter heeft verhuurder daarmee huurder op 29 september 2017 duidelijk en ondubbelzinnig het einde van de huurovereenkomst aangezegd. Huurder is echter van mening dat verhuurder op 29 september 2017 het einde van de huur 2 dagen te vroeg heeft aangezegd. Volgens huurder kon verhuurder het einde van de huurovereenkomst op zijn vroegst pas aanzeggen per begin oktober 2017.
 
Volgens de rechter is dit standpunt van huurder naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De rechter laat in dit verband zwaar meewegen dat huurder niets heeft aangevoerd waaruit blijkt dat hij in zijn belangen is geschaad doordat verhuurder hem twee dagen eerder dan de wettelijke voorgeschreven termijn van drie maanden heeft geïnformeerd over het einde van de huurovereenkomst. Daar staat tegenover dat voldoende aannemelijk is dat verhuurder in haar belang wordt geschaad bij een voortzetting van de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd. De rechter is van oordeel dat per 1 januari 2018 de huurovereenkomst van rechtswege is beëindigd.
 
Conclusie
De rechter concludeert dat de huurovereenkomst onder het ‘nieuwe’ huurregime van twee jaar of korter valt en dat door de aanzegging van verhuurder de huurovereenkomst per 1 januari 2018 van rechtswege is beëindigd. Dat het einde van de huurovereenkomst twee dagen door verhuurder te vroeg is aangezegd doet daar niets aan af.
 
Link uitspraak